Posts tonen met het label roman. Alle posts tonen
Posts tonen met het label roman. Alle posts tonen

dinsdag 25 november 2014

Marie Darieussecq - Je moet veel van mannen houden

Hoe dan?


Naar verluidt verwacht uitgeverij De Arbeiderspers veel van Marie Darieussecqs Je moet veel van mannen houden. Daar is wat voor te zeggen: de Frans-Baskische ontketende een verhit debat door zich uit te laten over het ingebakken racisme in Frankrijk.
Ook in haar eerdere werk wrikt ze aan heilige huisjes. In haar debuut Zeugzoenen, dat ze medio jaren negentig schreef, beschrijft ze bijvoorbeeld een nieuwe manier van vrouwelijke seksualiteit, waarbij ze de stelling inbracht dat vrouwen zonder het te weten prostitués zijn.Je moet veel van mannen houden is wat dat betreft een veel behoudender boek.

Je volgt Solange, een van haar kind gescheiden, in Hollywood wonende actrice die verliefd wordt op de acteur Kouhouesso. Kouhouesso beantwoordt haar verliefdheid maar matigjes. Toch verliest ze zich in hem, wachtend op meer initiatief van zijn kant en zijn gebrek aan aandacht vergoelijkend. Kouhouesso heeft het dan ook erg druk: hij is doende een adaptatie te maken van Joseph Conrads Heart of Darkness, waarvoor Solange een grote rol door de neus geboord krijgt, en wier kleine rol uiteindelijk geheel uit de film geknipt wordt.
De roman is interessant vanwege de uitgewerkte vrouwenziekte nummer één volgens Darieussecq: afwachten. Ook is sluimerend racisme een thema. Je moet veel van deze thema’s houden, wil je het einde van de roman bereiken.
Darieussecqs stijl wordt gekenmerkt door een grote hoeveelheid korte houwdegens van zinnen, afgewisseld door langere zinnen, soms met veel plompe verwoordingen. Als je daar al niet over struikelt, zou je in hoog tempo over hyperbolische uitingen kunnen vliegen. Zo zijn er zinnen als ‘Haar atomen werden verpulverd’ (bij het verliefd worden op Kouhouesso) en ‘Haar ogen streelden het scherm’ (bij het zien van de afgemonteerde film waarin Solange speelde). Nog zo’n uitgelezen voorbeeld speelt wanneer Solange Kouhouesso ‘s nachts in gesprek ziet met een Porto Ricaanse: ‘zijn glimlach tilt de nacht op, doorklieft de nevel, zijn gezicht van een galactische prins wordt in tweeën gespleten door de voor de Porto Ricaanse bedoelde glimlach en zij – Solange – ziet niets anders dan het stralende wit van hun vierenzestig tanden.’ Vierenzestig tanden… Echt, maar hoe ziet ze dat dan?
Je moet een enorme relativist zijn wil je dergelijk taalgebruik niet ergelijk vinden. Of een cynicus, of in de tekst een zeer zware ironie bespeuren, om je daaraan te verlekkeren. Of, kortom, je moet veel van Je moet veel van mannen houden houden.
Gepubliceerd in de Boekenkrant!

vrijdag 14 februari 2014

Miek Zwamborn - De duimsprong

De afstand van gemis

Wie De duimsprong ter hand neemt, kan overvallen worden door een gevoel van déjà vu. Het binnenwerk doet sterk denken aan Sebalds literatuur: een intelligente tekst die vergezeld gaat van beeldmateriaal. Net als Sebald meandert Miek Zwamborn van de ene kaft naar de andere, het plot onderhevig makend aan haar interesses.

De nergens bij naam genoemde hoofdpersoon is een gemotiveerd klimmer, een natuurliefhebber en een

geoefend waarnemer. We lezen haar taalgebruik, dat niet zelden verstoken is van klimmers-, natuurvorsers- en geologenjargon. Dat jargon reist mee in soms prachtige zinnen die in sterk contrast staan met de soms haast wetenschappelijke benaderingen van natuurfenomenen. Zo beschrijft ze het ontstaan van de Glarner Alpen (centraal Zwitserland), waarbij bepaalde ‘dekbladen’ over ander gesteente heen schoven. Daarop werden oude Permo- Triassische gesteenten van de Verrucanogroep over de jonge kalksteen uit het Jura, Krijt en het Paleogene flysch heen geduwd. Maar dan schrijft Zwamborn: ‘Bovenop de 250 tot 300 miljoen jaar oude, rode Verrucano ligt weer gesteente dat bij de grote verschuiving als een blinde passagier meeschoof’. Wie de draad even kwijt was bij dit uitzonderlijk kennis-inhoudelijke voorbeeld, voelt zijn hart weer opspringen.
Jens wordt een goede vriend die we plotsklaps kwijtraken.
Samen met hoofdpersoon klimmen we verschillende keren mee met haar klimmaatje Jens, doorstaan we kou, vermoeidheid, regen. We spreken met Jens over zijn dromen, zien dat hij weer wat ouder is geworden en als een diesel wat langzaam op gang komt. Jens wordt een goede vriend die we plotsklaps kwijtraken als zijn moeder de hoofdpersoon belt en vertelt dat hij al twee weken wordt vermist. Het is een schok en de hoofdpersoon probeert ermee om te gaan door plekken af te gaan waar Jens en zij eerder wandelden. Dat zijn niet zozeer ijdele pogingen om hem te vinden, maar vooral bezweringen waarmee hij in haar leven blijft. Tijdens haar zoektocht jaagt ze haast obsessief haar fascinaties na, misschien uit een even sterke behoefte om haar verlies te vergeten.

De periode na Jens is gevuld met haar haast obsessieve onderzoek naar geologische verschijnselen en vooral: Heim. Albert Heim (1849-1937), een zeer getalenteerd geoloog die werkelijk bestaan heeft en wiens grootste wapenfeit is dat hij de Zwiterse Alpen in kaart heeft gebracht. Om zijn leven zo nauwgezet mogelijk in beeld te brengen, volgt ze zijn voetsporen door Europa. Soms alleen aan de hand van biografische informatie, soms zelfs lijfelijk, zoals wanneer ze haar flesje water vult in een beek waar Heim moet hebben gezwommen. Doordat ze in zijn levensloop duikt, komt ze een aantal fascinerende mensen tegen. Dat zijn bijvoorbeeld de balonvaarder Spelterini waarmee Heim de alpen oversteekt en Mary Anning, een vroege vrouwelijke fossielenverzamelaarster en paleontologe. Over die figuren krijg je van Zwamborn soms uitgebreid verslag. Dat is een charme, maar je vraagt je zo nu en dan af of dat wel had gehoeven. Als Swamborn ingaat op de herkomst van Spelterini’s artiestennaam, lijkt ze wel erg ver van haar onderwerpen verwijderd. De ballonvaarder vernoemde zich naar de beroemde koorddanseres Maria Spelterini en twee bladzijden lang worden verscheidene in moeilijkheidsgraad toenemende pogingen om de Horseshoe Falls in New Zeeland koorddansend over te steken beschreven. Onder een eenregelige verwijzing had de roman niet geleden, als een verwijzing al überhaupt op zijn plaats was.

Wie dat voor lief neemt, heeft een prachtige natuurroman voor zich liggen. Natuurliefhebbers, klimmers en geologen zullen zich thuis voelen. En de ware lezer natuurlijk ook, als het aan Van Oorschot ligt. De duimsprong is een mooie roman over gemis. De titel verwijst naar een methode om met je duim afstanden in te schatten, maar ook naar de tijd die nodig is om verdriet een plek te geven. Waarmee ook lezers met een hart worden aangesproken.