dinsdag 15 december 2009

SLAU presenteert Het Literair Jaaroverzicht

UTRECHT- Op maandag 21 december om 20.00 uur presenteert de Stichting Literaire Activiteiten Utrecht (SLAU) het Literair Jaaroverzicht 2009 in Café van Wegen. Vier vooraanstaande critici berichten over hun beste boeken van 2009:


Wim Berkelaar, redacteur van Historisch Nieuwsblad en commentator van radio een, neemt de non-fictie onder de loep en Volkskrant-recensentv Hans Bouman bespreekt de vertaalde literatuur. Rob Schouten, poëziemedewerker van Vrij Nederland, beschouwt de Nederlandse poëzie en Volkskrant-critica Daniëlle Serdijn laat haar licht schijnen over de Nederlandse romans van het voorbije jaar. Moderator: Merijn Schipper.

Café van Wegen - Lange Koestraat 15 - 3511 RL Utrecht - 20.00 uur - mét boekenbingo!

dinsdag 8 december 2009

NK Poetry Slam

LET OP: 12 DECEMBER EXPLOSIEF

Het is het zover: de achtste editie van het Nationaal Kampioenschap Poetry Slam dat georganiseerd wordt door Het Poëziecircus. Dit poëziespektakel wordt op 12 december 2009 te Utrecht in Tivoli De Helling gehouden. Een imposante line up van elf aan elkaar gewaagde poetry slammers zal voor een explosieve avond zorgen. Naast een professionele jury heeft het publiek ook een grote stem in het verloop van de wedstrijd. De winnaar gaat door naar het World Slampionship in Parijs! De band Most Unpleasant Men en DJ Daniël Daan zetten de avond extra luister bij.

Wie een beetje bekend is met het slamcircuit weet dat het dit jaar moeilijk is een winnaar te voorspellen. Jeroen Naaktgeboren, die als de tweemansslam-act 'De woorddansers' in 2003 de titel binnenhaalde, staat nu solo op de planken, Peter M. van der Linden met zijn energieke presentaties zal de vonken van het podium doen spatten, maar ook de geweldenaar Boris de Jong en 'slam-koningin' Ellen Deckwitz (winnares van wel vier(!) jaarfinales) om er een paar namen uit te lichten, maken een goede kans. Voor zover bekend bestaat de line up verder uit: Martin Berversluis, Daan Doesborgh, Melvin van Eldik, Jee Kast, Lennart Pieters en Martijn Teerlinck.

Poetry slam?
Een poetry slam, voor de nog maagdelijke en van enigerlei slamkennis gespeende lezer, is een beetje verheldering wel zo prettig. Een poetry slam, ook wel een poëzieslag genoemd, is een competitie voor dichters. De enthousiaste, veelal bundelloze poëten die aan een slam deelnemen, dragen in wedstrijdvorm hun beste gedichten op de beste manier voor. In een aantal rondes wordt daar een winnaar uitgekozen. Die winnaar gaat naar de jaarfinale en wie die finale wint, komt uit bij het NK.

Het voordragen van gedichten is al zo oud als de poëzie zelf. Ook Homerus' Illiasen Odyssee werden al voor- en overgedragen, nog voor ze op schrift werden gesteld. Het was sinds het prille begin van het lezen gewoon dit hardop te doen en het was kerkvader Augustinus die als een van de eersten over het in stilte lezen schreef. Tot ver in de 19de eeuw bracht men het dichterlijke woord 'oraal'. De Tachtigers gooiden roet in dit woordelijke eten: zij propagandeerden een individuele consumptie van poëzie. De poetry slam is een relatief jong verschijnsel. Zijn oorsprong is tweeledig.

Beat Poetry
Als vader van de poetry slam is de Beat Generation aan te wijzen, die in de jaren vijftig en zestig als underground stroming populariteit verwierf met haar spectaculaire voordrachten. Bekende Beat-namen zijn Allen Ginzberg, Jack Kerouac en William S. Burroughs. Hun creatieve verzet tegen de consumptiemaatschappij en de opkomende massacultuur ging vaak gepaard met doorbreken van sociale en seksuele taboes en het gebruik van hallucinerende middelen en zodoende wordt de Beat Generation wordt nog wel eens aangewezen als wegbereider van de hippiecultuur.

Toen de oorspronkelijke kracht van de Beat Poetry in de loop van de jaren zeventig verflauwde en de voordrachtsavonden allengs minder publiek trokken, blies een zekere Marc Smith in Chicago de voordrachtspoëzie nieuw leven in. In 1986 organiseerde hij zijn eerste Uptown Poetry Slam, waarbij dichters als boxers elkaar met vuisten van woorden bestreden. Het publiek besliste over wie de winnaar werd.

Nichs, Vinkenoog en Tazelaar
Als de Beat Generation de vader is, dan zijn Jacek Nichs, Simon Vinkenoog en Frank Tazelaar zijn moeder. In de periode dat in de V.S. de eerste slams gehouden werden, werd in Nederland voorgedragen poëzie steeds meer geaccepteerd. Dadaïsten als Kurt Schwitters hadden begin 20ste eeuw de weg voorbereid, de Vijftigers hadden met hun voordrachten alle windstreken van Nederland aangedaan, de Nacht van de Poëzie was inmiddels op gang gekomen en een afgeladen Poëzie in Carré had plaatsgehad. Dichters met sterke voordrachten als Jules Deelder en Johnny de Selfkicker trokken door het land.

In de loop van de jaren negentig werden de eerste poetry slams in Nederland gehouden. De initiatiefnemer Jacek Nichs organiseerde deze goeddeels Engelstalige slams in Amsterdam in het Winston Hotel. Onder voorzitterschap van Simon Vinkenoog, die overigens ook al verantwoordelijk was voor Poëzie in Carré, vond op 5 mei 1998 in Café Festina Lente de eerste Nederlandstalige slam plaats. Ook Frank Tazelaar is belangrijk voor de poetry slam geweest. Als programmeur van het Wintertuin-festival in Nijmegen stichtte hij in 2002 het NK Poetry Slam – dat aanvankelijk nog Grand City Slam heette. Vier jaar later nam Het Poëziecircus de organisatie van het NK over.

De Gouden Vink
Vinkenoog, die dit jaar overleed, is sinds de geboorte van de poetry slam altijd zijn pleitbezorger, hoeder en mascotte geweest. De spraakwaterval zaliger zal komend NK worden herdacht met het ceremonieel omdopen van de hoofdprijs, de 'Gouden Albatros' (die nu nog verwijst naar een gedicht van Baudelaire) naar de 'Gouden Vink'. Een vakkundige jury, bestaande uit Jules Deelder, Janita Monna en Giel Beelen, zal samen met het publiek een oordeel vellen over de dichters.

Gepubliceerd op 8WEEKLY

maandag 30 november 2009

Campusradio of Sinterklazen


Vandaag ben ik in het programma Campusradio op Roulette FM kort bevraagd over het schrijven van Sinterklaasgedichten. Bij voorbaat mijn excuses voor de gemakkelijke en wrede grap aan het adres van die aardige DJ Robbert Smit en zijn lieve, mooie vriendin.

Hieronder een linkje naar het linkje naar het radioprogramma. Als je daarop direct naar het itempje over de Sinterklaasgedichten toe wilt, spoel dan door naar 9:08 minuten!

Tjitske Jansen of ' the one second of fame'

Het optreden bij iPoetry Live bij het Poeziecircus was een hele gave plek om op te treden.
Het ging goed en heeft me zelfs een 'one second of fame'
opgeleverd: klik maar op de onderstaande link en spoel dan door naar
halverwege het filmpje, op ongeveer 10:35 begint het item over Tjitske
Jansens optreden bij iPoetry Live!

vrijdag 20 november 2009

Paul Baeten Gronda - Kentucky, mijn land

EEN DRAMA MET EEN ANTIHELD


Na Paul Baeten Gronda's debuut Nemen wij dan samen afscheid van de liefde (2008), is nu zijn tweede leg in de boekhandel verkrijgbaar. Kentucky, mijn land beschrijft het leven van een getergde man die langzaam gek wordt en onderwijl krampachtig het onvermogen met de werkelijkheid om te gaan probeert te verhullen door een teruggetrokken leven te leiden, veel geld uit te geven en met simplistische meningen te schermen.

'Uiteindelijk zou Karel Jemen alles verliezen, maar voorlopig had hij zich alleen maar verbrand.' Zo opent Kentucky, mijn land. De toon is gezet, het is vanaf dit punt alleen maar afwachten tot Damocles' zware zwaard zich in het vege lijf van de 73-jarige Jemen dringt. De enige vragen die Gronda de lezer hoeft te beantwoorden zijn wie, wat, waar en waarom.

Wie, wat, waar
Wie onze protagonist is, wordt systematisch uiteengezet. Hij leeft in een appartement dat op zee uitkijkt, waarschijnlijk in Oostende. Ooit is hij naar die kustplaats getrokken, niet omdat hij aan zee wilde wonen, maar simpelweg omdat het de meest westelijke plek was waar hij kon komen. Hij is een weinig aimabel persoon. Hij heeft een grondige afkeer van de meeste mensen in zijn omgeving, 'rattenkopjes' noemt hij ze. Hij hekelt joden en vindt het katholicisme, waarmee hij is opgevoed, een achterlijke religie.

Relaties met anderen heeft hij amper. Zijn boodschappen laat hij doen door Jaak, een buurman die hij royaal betaalt voor zijn diensten. Tegen zijn schoonmaakster Alicia is hij zeer onaardig. Bij Herenkapsalon Albert accepteert hij de herenkapper Albert en de goedlachse, maar volgens Jemen achterlijke groenverzorger Michel Freulens. Karel Jemen heeft één goede, maar verder naamloze vriendin in zijn appartementencomplex wonen die regelmatig voor hem kookt en het op de gang voor zijn appartement maar vies vindt – iets waardoor zij zich vast voor de smetvrezende Jemen heeft doen innemen.

De kwade dag dat Jemen zich brandt aan zijn oven, is in het verhaal van Gronda de eerste van kwade dagen die nog volgen. Jemen wordt verliefd op de kleindochter van de kapper, de geflopte filosofiestudente 'Sigi', die hij naar zijn appartement lokt en op het toilet bespioneert, waarop haar exhibitionistische aard zich toont. Hij mag haar aanraken en zal later daarin nog iets verder gaan. Het geld dat hij verdiende als zaakvoerder en voorzitter van Jemen Zand Filtratie en Distributie NV raakt op en Jemen voelt zich genoodzaakt van een buurman te lenen. Voor het aanstaande huwelijk van zijn dochter en haar 'ware' Jacob de Maeght heeft hij dan al een duur pak laten maken, ondanks zijn grote afkeer van zijn aanstaande schoonzoon. Tegen de achtergrond van Jemens belevingen speelt een jeugdtrauma mee.

Kritiek
Er is meer van dit boek prijs te geven dan hierboven al is gebeurd. Dat zou zonde zijn, vooral ook omdat het verhaal al zo weinig vlees heeft. Want ondanks de menselijke drama's die volop aanwezig zijn, zoekt Gronda de uitersten niet op. Kentucky, mijn land doet denken aan Bernlef's Hersenschimmen, maar hij weet nauwelijks Jemens verlies van grip op zichzelf en de werkelijkheid invoelbaar te maken. Het bevat een vleugje Lolita, maar nergens gaat Karel Jemen zo aan zijn ongeluk ten onder als de geniale pedofiel Humbert Humbert in Nabokovs voornoemde meesterwerk. Jemen treft een zeker geluk wanneer het drama op zijn hoogtepunt is.

Ondanks enkele werkelijk prachtig gekozen metaforen, een aantal sterke, realistische dialogen en sommige scherpe observaties is Gronda er niet in geslaagd zijn met alinea's doorzeefde boek van enigerlei noodzakelijkheid te voorzien. Kentucky, mijn land is een boek van een schrijver die meer kan en meer uit zijn schrijfkunst móet halen.

Gepubliceerd op 8WEEKLY

dinsdag 17 november 2009

NABOKOV IN UTRECHT




UTRECHT - Op maandag 23 november om 20.00u presenteert de Stichting Literaire Activiteiten Utrecht (SLAU) een Nabokov-avond in het Utrechtse Café van Wegen met schrijver Stephan Enter, schrijver/recensent Arie Storm en vertaler Tjark Kruiger. Dichter Alexis de Roode zorgt voor de vaste (markt)boekenrubriek en Lennard van Rij leest zijn Utrechtgedicht van de maand november.


Vlak voor deze avond verschijnt wereldwijd - na een voorpublicatie in Playboy - The Original of Laura, de roman die Vladimir Nabokov, de auteur van Lolita, bij zijn overlijden in 1977 onvoltooid achterliet. Het boek moest verbrand worden - zo decreteerde Nabokov. Zoon Dmitri besloot anders: nadat The Original of Laura meer dan twintig jaar in een Zwitserse bankkluis lag, komt het nu in een tweetalige uitgave in de boekhandels terecht. Voor SLAU is dit heuglijke feit de aanleiding voor een gesprek met schrijver/recensent Arie Storm en schrijver Stephan Enter, beiden kenners en bewonderaars van het werk van Nabokov. Ook met Tjark Kruiger: als vertaler Russisch ontdekte hij opmerkelijke verschillen tussen Nabokovs Russische romans en de Engelse ‘vertalingen’ die Nabokov daar zelf van maakte.

Café Van Wegen, Lange Koestraat 15 – toegang gratis – aanvang 20.00 uur – mét boekenbingo!

Boekhandel Savannah Bay is met een schatkist vol Nabokov boeken aanwezig.

maandag 9 november 2009

De première van iPoetry Live met: PAULIEN CORNELISSE, TJITSKE JANSEN, MISCHA ANDRIESSEN, e.a

18 november 2009, 20:00 uur, Theater Moira, Utrecht. Meer info/reserveren: www.iPoetry.nl
---------------------------------------------------------------
Woensdag 18 november:
De start van iPoetry Live, nieuw literair theater in Moira Utrecht.
Geniet met een hapje en een drankje van dichters, muzikanten en columnisten in de nachtclubsetting van theater Moira. iPoetry Live presenteert om de twee maanden het beste wat de poëzie te bieden heeft, afgewisseld met muziek van de iPoetry-huisband en een poetryquiz onder leiding van showmaster Alexis de Roode. "We willen van iPoetry Live een podium maken waar je wordt bijgepraat over wat er leeft in de poëzie,' aldus organisator en dichter Hanneke van Eijken. "Wie hebben er belangrijke prijzen gewonnen, wie zijn de grote talenten van nu? Op een leuke manier; met veel muziek, een quizje en elke keer een andere columnist. Het moet een mooie avond uit worden. Moira is daarvoor een schitterende zaal."

Volgende week draagt Paulien Cornelisse voor uit haar bestseller Taal is zeg maar echt mijn ding, zijn er optredens van dichters Tjitske Jansen (Winnares Anna Bijns Poëzieprijs '09) en Mischa Andriessen (Winnaar C. Buddingh'prijs '09), aanstormende talenten Merijn Schipper en Ykwinno Hensen en is er muziek van onze huisband PHINX.

20.00 uur in Theater Moira, Wolvenstraat 10, Utrecht (entree: € 10,00 / €6,00). Kaarten reserveren: www.iPoetry.nl / 030-233 4799.

Nachoem M. Wijnberg - Divan van Ghalib

GEDICHTEN ALS MANKE GRAPPEN


Na de VSB Poëzieprijs winnende bundel Het leven van, die in 2008 uitkwam, ligt er van Nachoem M. Wijnberg weer een nieuwe verzameling gedichten in de schappen van uw boekhandel. Met een snelheid van ongeveer een bundel per jaar produceert de dichter tegenwoordig zijn werk. Dit jaar zag Divan van Ghalib het daglicht. Het is een fors werk: het bevat 150 bladzijden aan dichterlijke tekst.

Net als Wijnbergs vorige bundel, bestaat Divan van Ghalib uit prozagedichten. De vorm van de gedichten is opvallend. Die bestaan niet uit lappen tekst, maar uit een opeenvolging van strofen. In bijna alle alinea's begint een of twee van de middelste regels met een of twee inspringingen of 'tabjes'. Nagenoeg elke strofe is een uitspraak. Die uitspraken zijn eenvoudig en eenduidig. Opvallend is het minimale gebruik van beeldspraak in die strofen.

Regels als repen rafels
De bundel heeft het vooral van het associatieve karakter van de strofen. Dat associatieve karakter leidt vaak tot paradoxale en tegenstrijdige uitspraken, maar het zou te ver gaan te zeggen dat hierdoor de samenhang dreigt te ontbreken. Eerder is het zo dat het mysterie begint, het vorsen naar de psyche en de wereld van de verteller.

Elke zin kun je opvatten als een rafel en regels als repen van rafels. Die rafels maken weer thematische weefsels. Zo is er het weefsel van Ghalib, die in het ene gedicht gisteren gestorven is en in het andere al 100 jaar dood is. Er is het weefsel van de naamloze verteller, die al of niet met Ghalib samenvalt en in een archaïsche vorm van Perzisch dicht. Er is het weefsel van de stad waarin Ghalib woont en het weefsel van de woestijn waarin de verteller zich soms bevindt. Er zijn weefsels uit Oude en Nieuwe Testament. Er is het weefsel van het hedendaagse Israël.

Een of andere reden
Zo lijkt in 'In de Woestijn' zowel een uiteenzetting over de Israëlische muur te lezen als een verre echo van de uittocht uit Egypte. Het daarop volgende gedicht 'Vuur' lijkt een vervormde reflectie van het brandende braambos, wanneer er in de verte 'een vuur brandt, ver weg, een teken dat iets er weer is, een / boom die in brand gestoken is'. Een vervormde reflectie, want het braambos ontstak  maar verbrandde niet toen een engel daarin verscheen. De brandende boom doet evengoed denken aan het conflict in het Midden-Oosten en zelfs aan zomaar een gebeurtenis, waarbij om de een of andere reden een boom in brand gestoken is. Bij Wijnberg weet je het maar net niet.

Je wordt, met andere woorden, steeds op de zachte wijze die het lezen heet, op het verkeerde been gezet. Het is haast of Wijnberg een grap uiteenzet en zwenkt, nog voor hij zelfs maar aankomt bij de pointe; Wijnberg schrijft dichtstukken als manke grappen. Een interessant voorbeeld van Wijnbergs gedichten uit Divan van Ghalib heet 'In de woestijn':

In de woestijn

Ik loop door de woestijn omdat ik toch ergens heen moet;
          ik zag mist toen ik wakker werd, mist in de woestijn - heb je
ooit zoiets gezien?

Als de joden door de woestijn lopen,
          wie gooit er stenen naar hen?

Iemand loopt door de woestijn
          die zo gek is dat hij denkt dat als hij terug kan gaan hij nog
een andere kant kan gaan.

De woestijn is zo smal, er is nauwelijks plaats om langs elkaar heen te
lopen,
          voor mij en een ander die ook niet kan krijgen waar hij naar
verlangt.

Het gevaar van het prozagedicht is dat al te algemene manieren van spreken en schrijven doordringen in de tekst. Ook Wijnberg ontsnapt niet aan dat gevaar, en dat is jammer. Een platitude als 'het is jouw feestje' zou er niet in hoeven voorkomen. Maar, buiten een enkele redactionele vergissing, is Divan van Ghalib een bijzondere bundel.

Gepubliceerd op 8WEEKLY

zaterdag 17 oktober 2009

Essay - Chicklit: vriendinnen onder elkaar

Eigenlijk bestaan ze niet: genres. Op basis van formele uitgangspunten is binnen de  literatuur een onderscheid te maken tussen epiek (verhalende teksten), lyriek (poëtische teksten) en dramatiek (dialogische teksten). Maar als je vanuit een historisch perspectief naar genres kijkt, dan doet deze driedeling de werkelijkheid geweld aan. In de realiteit is er sprake van een grote warboel van literaire verschijningsvormen die voortdurend op elkaar reageren, van vorm veranderen en waarvan er een aantal een poosje dominant is.

Chicklit is zo'n genre. Het is de doorgaans welvarende en hoogopgeleide, in existentieel limbo levende, aanvankelijk ongelukkige dochter van de roman; het nichtje van de streek- en ridderromans; de grote zus van vamp-lit à la Stephany Meyer (de roomverse puberale goth-variant van de Cissy-lectuur). Chicklit is doorgaans geschreven door vrouwen en is bedoeld voor vrouwen. De personages zijn gemiddeld genomen vrouwen rond de dertig – en hebben daar problemen mee. De hoofdpersonages zijn niet perfect, wat hen overigens onderscheidt van het bovengenoemde nichtje. Het plot is doorgaans weinig ambitieus, het betreft meestal vrouwen en hun alledaagse beslommeringen. In de kern draaien die beslommeringen rondom twee thema's: relaties en de identiteit van de hoofdpersoon in verhouding tot haar werk en haar vrije tijd.

Gemakkelijk en vermakelijk
Tot zover is chicklit weinig anders dan andere vrouwenliteratuur. Het verschil zit haar in twee belangrijke elementen. Ten eerste is humor belangrijk: zelfs in ondermaatse chicklit vind je daarvan nog een flauw aftreksel terug. Ten tweede maakt ook de persoonlijke toon van het verhaal de chicklit. De boeken zijn meestal in de eerste persoon geschreven en betrekken op die manier de lezer als een vriendin bij allerhande intimiteiten. Je hoort uit eerste hand de leukste roddels of het getob over juiste keuzes en de hoofdpersoon doorgaat dezelfde twijfels die jijzelf ook wel eens hebt doorgemaakt over 'of die leukerd nou wel de ware is'. Het chicklitverhaal is uiteindelijk jouw verhaal.

Rest nog de haast overbodige aanvulling dat de boeken over het algemeen niet bedoeld zijn (lees: 'gemarket worden') als hoogstaande literatuur. Nee, denk aan de frivole omslagjes van de vrijwel direct in 'mid price' of pocket uitgebrachte wegwerpertjes. Vermaak en afleiding, daar draait het om; er is weinig tijd in de jachtige wereld van de moeder, de yup, de werkeloze, de ploeterende studente of de naar volwassenheid smachtende puber. Het genre is heerlijk voor op het strand, in de trein of voor op dat loze bijbaantje als je weer eens niets te doen hebt. Het is ultiem voor herfstige, van contact verstoken middagen op de bank onder een plaid naast de verwarming, waar je lekker kunt chillen of cocoonen met een kopje warme chocolademelk of kruidenthee en een leuk schaaltje chocolate chip cookies binnen handbereik. Het is gewoon gemakkelijk en vermakelijk.

Mama Jane?
Als moeder van de chicklit wijst men nog wel eens Jane Austen (1775 – 1817) aan, wier uit zes meesterwerken bestaande oeuvre nog veelvuldig gelezen wordt. Hoewel er gelijkenissen zijn tussen Austens literatuur en chicklit, zijn ze niet over een kam te scheren. Zo'n overeenkomst vind je bijvoorbeeld in Pride and Prejudice. Daarin voert Austen Elizabeth Bennet op die haar hoofd breekt over haar liefde voor Darcy. Dit zien we in de chicklit ook vaak terug. Een andere overeenkomst is dat de schrijfster een ironische toon hanteert die het chicklitgenre niet vreemd is. Bovendien kun je beargumenteren dat hoewel de boeken van Austen niet in de eerste, maar in de derde persoon geschreven zijn, haar verteltrant over het algemeen weinig verschilt van haar vermeende kroost. Zowel Austen als veel chicklitschrijvers passen namelijk de vrije indirecte rede toe: uitingen van personages worden daarbij opgeschreven zonder dat ze naar hun personages wijzen (in die gevallen lees je geen aanduidingen als: 'Elizabeth said:'). Bij Austen zijn dit gedachten en uitspraken, bij chicklit kunnen dat ook e-mailtjes zijn die in de lopende tekst worden geschoven.

Het werk van Austen heeft een grote literaire voorsprong op de chicklit. Zij wist met haar boeken een satire te geven op haar tijd, waarin het gangbaar was de waarde van mensen te beoordelen op hun bezit. Noch mag je veronachtzamen dat in haar romans heel consistente, ronde personages voorkomen, waarvan ze respectvol maar genadeloos de 'menselijke 'natuur' blootlegde. Jane Austen gebruikt gepolijste ironie, en haar dialogen tekenen bovendien de karakters van haar personages en hun onderliggende verhoudingen. Tot slot is ze een meester in het beschrijven van complexe scènes, waarin ze veelal terloops de dingen kenbaar maakt die zich op allerlei momenten en plekken afspelen. De kans is klein dat je deze kwaliteiten tezamen in een chicklit vertegenwoordigd ziet. Austen prikkelt niet alleen de lachspieren, noch biedt ze enkel soepel lezende liefdesgeschiedenissen. In tegenstelling tot chicklit-boeken, dringt ze op zeer nauwkeurige manier tot het echte leven door en weet een driedimensionale, invoelbare en waarachtige wereld op te roepen. Chicklit heeft daarbij het nakijken.

Vriendinnen onder elkaar
Hoewel het binnen het chicklitgenre, in tegenstelling tot Austens werk, vooral lijkt te gaan om de gemakkelijk te verteren kost die of 'leuk' (Lisa Jewell, die de eerste prijs won van de 'Melissa Nathan Award for comedy romance') of 'niet leuk' is (Kristin Gore, wier teksten wat onsamenhangend zijn), is binnen het genre natuurlijk sprake van differentiatie. Mansell en Weisberger zijn bijvoorbeeld erg 'abc', voorspelbaar en luchtig, maar een boek als Fantastica (2006) van de Amsterdamse Merel Roze laat je wat ontredderd achter – iets wat je bij literaire werken ook wel eens overkomt. Andere chicklit kan soms op intelligente wijze kritiek leveren op maatschappelijke thema's, zoals de feministische Fay Weldon laat zien. Het genre van de chicklit overstijgt zelfs in enkele gevallen haar prozahorizon: aan het chicklitzenith praalt de chickpoe: poëzie van vrouwen voor vrouwen, met als recent Nederlandstalig voorbeeld: Wietske Loebis, de light verse-dichteres van Cavia's begin september (2008) [of hier].

Zodra je onderscheid kunt maken tussen de verschillende teksten, rijst de vraag hoe je dat onderscheid in de kritiek moet beoordelen. Vergelijk je de verschillen binnen het genre of vergelijk je een chicklit-boek met het algemene literaire corpus? Ik ben geneigd te kiezen voor het eerste: het moet een beetje als vriendinnen onder elkaar. Dit kan dédain en antifeministisch overkomen, omdat je het boek op deze wijze al op voorhand wegzet als 'zo'n chicklit-boek'. Door het ontbreken van een (Nederlandstalige) mannelijke medestander, wordt bovendien het beeld opgeroepen dat hier 'vrouwenboeken' worden afgezet tegen échte literatuur (een mannenbolwerk). Maar het gaat hier niet om feminiene versus de masculiene letteren. Beter is het de vraag te stellen waar haar mannelijke pendant zich ophoudt. Waar is de blokelit die drukke mannen kan vermaken?

Gezien het enthousiasme waarmee uitgeverijen het (commerciële) genre van de chicklit aan haar doelgroep koppelt, is het verspilde moeite – en tegelijkertijd onterecht – om het aan hoge literaire standaarden te meten: daar kan het immers nooit aan voldoen. De vergelijking valt toch negatief uit. De missie van de recensent is drieledig: lezers informeren, het zo objectief mogelijk bekritiseren van de tekst en indien de tekst het waard is het lezen ervan te stimuleren. Wie chicklit met andere genres wenst te vergelijken, zal aan dat laatste waarschijnlijk niet toekomen: daarmee doe je de liefhebbers van chicklit tekort.

Links
Chick Lit Book (internationale website over chicklits)
Chicklit.nl (Nederlandse website over chicklits)
Austen's Power (scriptie van Elsbeth Witt, waarin Jane Austen en chicklit wordt vergeleken)

Gepubliceerd op 8WEEKLY

vrijdag 16 oktober 2009

19 oktober 2009: Woorden bij Van Wegen


UTRECHT - Presentator/dichter Merijn Schipper ontvangt in Café van Wegen op maandagavond 19 oktober om 20.00 uur de literaire fine fleur van Groningen: stadsdichters Rense Sinkgraven en Anneke Claus, literair chroniqueur Herman Sandman, dichter/zanger Jan Glas en ex-Groninger Ruben van Gogh. Stadsdichter Ingmar Heytze komt zijn Utrechtgedicht van de maand oktober voorlezen.

Café van Wegen - Lange Koestraat 15 - 3511 RL Utrecht - 20.00u - toegang gratis - mét boekenbingo!

vrijdag 25 september 2009

Henk van Zuiden - Dicht! De beste poëzie, slamdichters en rapteksten

DRIE TEKORTKOMINGEN, YOU'RE OUT!


In de wereld van de poëzie wordt om de haverklap gebloemleesd. Komrij wist wel raad met zijn 2000 en enige gedichten van de Nederlandse Poëzie van de 19e en 20ste eeuw, Chrétien Breukers leverde in 2007 een vergelijkbaar staaltje met dichters vanaf de jaren tachtig, waarbij niet alleen gepubliceerde dichters werden opgenomen, maar ook 'internetdichters'. De rij bloemlezers lijkt oneindig: Erik Jan Harmens, Ruben van Gogh, Rob Schouten, Rogi Wieg en ga zo maar door. Nu is het de beurt aan Henk van Zuiden, met Dicht! De beste poëzie, slamdichters en rapteksten.

Toegegeven, de (onder)titel van deze bloemlezing is niet een van de gelukkigste, want in tegenstelling tot wat hij vermeldt, vindt u in de bloemlezing naast de poëzie en rapteksten geen weldoorbloede slamdichters. Als u nu net zat te wachten op slamdichters, nat van plankenkoorts en rillend als het bundeltje poëmen dat ze vasthouden, weet u nu al dat u de pocket beter kunt laten liggen. Zoekt u ze in dat geval maar in het wild, in die nachtelijke burelen van het woord. Wat zult u daar aantreffen?

Weinig rap maar wel gedichten
Sterretjes, heel veel sterretjes. Wie eens naar een Poetry Slam is geweest, heeft ze op zijn netvlies: de enthousiaste bundelloze dichters die in wedstrijdvorm hun beste gedichten op de beste manier voordragen. In een aantal rondes wordt daar een winnaar uitgekozen. Die winnaar gaat naar de jaarfinale en als die gewonnen wordt naar het NK Poetry Slam, dat in Utrecht door het Poëziecircus georganiseerd wordt. Daar lonken de wereldkampioenschappen! Daar riekt het naar onsterfelijke roem! Roem! Maar nee, in deze bundel geen slamdichters. Wel veel begrijpelijke en grappige gedichten die ondermeer door dichters uit het slamcircuit zijn geschreven (en daar bovendien niet misstaan).

Omdat bij bloemlezingen de kwaliteit van de titel natuurlijk ondergeschikt is aan de keuze van de teksten, wordt het tijd die eens onder de loep te nemen. De inhoud van Dicht! kenmerkt zich door grote en gemêleerde selectie gedichten en een zeer beperkt aantal rapteksten. Van die laatste categorie zijn er maar een karige vijf opgenomen, zes als je Ingmar Heytze's 'Short rap' meerekent. Het tekent de voorkeur van Van Zuiden: het is hem om de gedichten te doen, wat, vanuit het perspectief van een rapper, teleurstellend is. Dit is, naast de onhandige titel, een tweede tekortkoming van de bloemlezing.

Gehannes met de marges
De meeste gedichten in Dicht! zijn toegankelijk en grappig. Als de gedichten niet grappig zijn, zijn ze meestal wel geestig. En als ze gespeend zijn van enige geestigheid, zijn ze nog altijd begrijpelijk. Ze zullen bij jongeren, de doelgroep vanDicht!, over het algemeen wel in de smaak vallen. Bovendien zijn het gedichten die het bij de voordracht vaak goed doen. Op de NK Poetry Slam winnaars De Woorddansers en Sven Ariaans na, staan alle NK Slam-winnaars in de bundel. Ook Tjitske Jansen, die tot dichterlijke wasdom kwam in de wereld van de Poetry Slam, vindt de lezer erin terug. Daarnaast staan er gedichten van Hans Dorrestijn, Ted van Lieshout en Huub van der Lubbe in de bundel.

Met enkele gedichten is de lezer langer onderweg: Gerrit Kouwenaar is daar bij uitstek een goed voorbeeld van. Van hem is 'a happy childhood' opgenomen, afkomstig uit de bundel Totaal witte kamer (2003). Het is zonder meer terecht dat Kouwenaars poëzie, waarvan elke letter op zijn plek valt, een plaats in de bundeling heeft gekregen. De invloed die Kouwenaar gehad heeft op de Nederlandse poëzie is immens. 'Veel Nederlandse poëzie is verkouwenaard, hoor je wel eens zeggen', stelde Gerrit Komrij in 2000 nog maar eens vast. Het is dan ook erg jammer dat een derde tekortkoming zich juist bij deze dichter openbaart: de vorm van het gedicht is danig veranderd. Oorspronkelijk heeft het gedicht vier distichons (een tweeregelige strofe), maar in Dicht! Is het tweede distichon in een terzet (drie regels) veranderd.

Poëzie zou geen concessies moeten doen aan de marges die een uitgever zijn publicaties oplegt. Gezien de grote inzet die Van Zuiden tot nog toe heeft getoond voor de letteren en de poëzie in het bijzonder – denk bijvoorbeeld aan de Windroosreeks, waarvan hij uitgever is – zou je iets anders verwachten. Dat is erg jammer. De schamele vijf euro die de bundel kost, is zo wel erg goedkoop.

Gepubliceerd op 8WEEKLY

maandag 14 september 2009

21 september 2009: Woorden bij Van Wegen


21 sep: Gerrit Komrij, Guido van de Wiel en Chrétien Breukers!
Op maandagavond 21 september vanaf 20.00 uur interviewt dichter Merijn Schipper dichter, schrijver, vertaler, essayist en recensent
Gerrit Komrij in het Utrechtse Café van Wegen.

Dat Gerrit Komrij het huis van de poëzie tot in de kleinste hoekjes kent, behoeft geen betoog. De ‘Dikke Komrij’ is er het indrukwekkende bewijs van. Dat hij ruim twintig jaar geleden in Verzonken boeken tal van obscure romanpareltjes heeft opgediept uit ‘het paradijs der literaire vergetelheid’, is minder bekend. Speciaal voor Woorden bij Van Wegen zet Grootlezer Komrij zijn ‘Geheimtips’ op een rij.

Ook spreekt vertaler
Guido van de Wiel over ’t Manco van Georges Perec – het enige boek zonder e uit de gehele westerse wereldliteratuur. Perec liet de meest gebruikte letter uit het alfabet weg als hommage aan zijn in de Holocaust omgekomen moeder. Een van de lastigste vertaalklussen die denkbaar zijn en Guido van de Wiel was er dan ook jaren mee bezig. Het eindresultaat is echter meer dan een literaire curiositeit – het blijkt een weergaloos spannend boek.

Dichter, publicist en uitgever Chrétien Breukers (1965) presenteert zijn nieuwe dichtbundel Gysbert Japicx bezoekt het Drielandenpunt. De hoofdredacteur van De Contrabas (www.decontrabas.com) laat de grote 17e-eeuwse Friese dichter Gysbert Japicx van Zwarte Haan in Friesland naar Het Drielandenpunt in Limburg reizen. Een kort bezoek aan het dichtbij Het Drielandenpunt gelegen staatje Moresnet wordt hem echter fataal. Hij sterft er aan de pest. Welbeschouwd is dat heel toepasselijk, want Moresnet is de vrijstaat waar ooit het ideaal van een universele taal (het Esperanto) werd beleden. Behalve een reis door de taal is deze bundel ook een reis door de tijd. Japicx maakt kennis met dichters als Pierre Kemp, Cornelis van der Wal, H.H. ter Balkt en Douwe Tamminga.

Dichter Ingeborg Klarenberg draagt het eerste Utrechtgedicht voor, een nieuw, vast programmaonderdeel bij Woorden bij van Wegen. Veertig maanden lang schrijven bekende en onbekende dichters op uitnodiging van SLAU en Kunstliefde een gedicht over Utrecht.

Uiteraard is ook Alexis de Roode terug: elke maand bespreekt hij een boek dat hij voor maximaal twee euro bij de boekenkraam van Adrie Heystek, op de markt koopt.

Café Van Wegen, Lange Koestraat 15 – toegang gratis – aanvang 20.00 uur – nu met boekenbingo!!!

Culturele Zondag: Optreden met Poëziecircus


In het kleinste, van taal meest omvattende heelal, de poëzie; in het herfstige, op de gracht, soms onder bruggen schuilend, soms badend in de zon, september op je schouders, tussen de platanen onder de hoge hemel, daarachter het meest omvattende heelal en het begin en einde van alles.

Het optreden met het Poëziecircus was geweldig! Het weer zat overwegend mee, de boot zat steeds vol! Op de foto (gemaakt door Michaël Stoker) links van mij de dichter/zanger/voordrachtskunstenaar Boris de Jong. Je herkent ons aan onze felgekleurde overhemden.

maandag 7 september 2009

Culturele zondagen Merijn Schipper treedt op voor Poëziecircus

Tijdens de Culturele zondag van 13 september treed ik vanaf 4 uur op voor het Poëziecircus. Onder andere samen met Boris de Jong, Hanneke van Eijken en Alexis de Roode. Kom langs!


!!!!!!!!!!!!

Culturele zondagen: Merijn Schipper presenteert het SLAU

Op de Culturele zondag van 12 september presenteer ik vanaf 15:00 uur het programma van hetSLAU tijdens het voorproefje van Festival Mooie Woorden in Hofman Café (Janskerkhof 17a).

HiernaGekwetter bij NPB Bennekom: Vrijheid

Op zondagmorgen 20 september vanaf 10:00 uur treedt HiernaGekwetter op ter omlijsting van een bezinningsbijeenkomst van de NPB Bennekom (Emmalaan 1 te Bennekom). De lezing, die het richtsnoer vormt van de bijeenkomst, wordt gegeven door Paul van Engen en is getiteld: 'Wat is vrijheid? Een algemene inleiding'. Onze setlijst zal eveneens op het thema betrekking hebben!

HiernaGekwetter is online!!!

HiernaGekwetter heeft inmiddels ook zelf een weblog. Zie voor optredens, gedichten en beeldmateriaal:



vrijdag 4 september 2009

John Updike - Endpoint and Other Poems

EEN WAARDIG AFSCHEID


Op 21 januari overleed een van 's werelds beroemdste auteurs. De introverte John Updike stierf aan een longtumor waarvan aanvankelijk werd gedacht dat het om een sluipende longonsteking ging. Updike was een geliefd schrijver: niet alleen werd zijn werk veel en door een breed publiek gelezen, ook de kritiek en de academische wereld nam hem serieus. Na zijn dood verschenen nog twee publicaties. Naast de gelijktijdig gepubliceerde verhalenbundel My Father's Tears and Other Stories is nu ook Endpoint and Other Poems verkrijgbaar.

Updike, zoon van een wiskundeleraar en freelance schrijfster, publiceerde in verschillende genres: romans, korte verhalen, poëzie, essayistiek, kinderboeken, theaterteksten. Van de ruim vijftig werken, behoren de verfilmde roman The witches of Eastwick en de Rabbit-romanreeks tot zijn bekendste. Aan Updike werden nagenoeg alle prijzen toegekend die een Amerikaanse auteur maar kan winnen, de grootste daarvan zijn de National Book Awards en de Pulitzer Prize. Beide mocht hij maar liefst tweemaal in ontvangst nemen.

Reflectie
Een belangrijk thema in Updike's literaire werk is de aandacht voor morele verantwoordelijkheid en schuld, die vaak gepaard gaat met een aanklacht tegen de heersende moraal. Zijn werk is daarbij overigens geen huzarenstuk van het engagement, want steeds speelt het zich op kleine schaal af: het is de mens – de onvervulde en de altijd maar zoekende mens – die centraal staat. Nooit vinden zijn personages tevredenheid in zichzelf. Evenmin zijn ze in staat zich te schikken naar de eisen van de buitenwereld.

Endpoint and Other Poems is een treffende bundel. Niet dat de poëzie zo esthetisch,  ingenieus of vernieuwend is, het is eerder dat ze de lezer zonder veel omhaal bij het onderwerp van het gedicht betrekt. De bundel opent met de reeks 'Endpoint'. Deze reeks bestaat uit een aantal reflecties op ervaringen uit zijn laatste jaren en op zijn schrijverschap. De ijkpunten van dit reflectieproces zijn voornamelijk Updike's laatste verjaardagen. In het licht van zijn overlijden is het ronduit aangrijpend dat hij rond deze 'levensvieringen' erop uitzet met zijn vitale, evenwichtige en oprechte verhalende gedichten. Bij elk gedicht weet je: hij leeft nog, hij weet nog weinig van wat er gaat komen. Maar voor wat er gaat komen, is hij wel angstig, bijvoorbeeld tijdens de landing van het vliegtuig waarin hij zit: 'We seem too low, my palms begin to sweat. / (...) Age I must, but die I would rather not.'

Context
Aangespoord door zijn vader om literaire werken te lezen die in zijn moeders boekenkast staan, maar nog te geïntimideerd door hun grootsheid – ze zijn hem te 'echt' – zie je hem als jongeling bij die werken wegdromen terwijl hij de zachte geur ervan opneemt. In tegenstelling tot zijn moeder, die haar leven lang bij uitgevers probeert binnen te komen, blijkt hij wonderbaarlijk goed te kunnen schrijven. Als zij zich in John Updike's aanwezigheid verzucht over een lelijke zin, wordt duidelijk waarin het verschil in schrijven tussen moeder en zoon ligt: '"Such ugly words!" / as if each stood alone. No, no, I thought, context is all'.

Context is inderdaad heel belangrijk bij Updike. Het is de context die Endpoint and Other Poems zo intens maakt. De gedichten weten keer op keer met minimale moeite een wereld op te roepen, die volstrekt geloofwaardig en invoelbaar is. Dat is heel bijzonder. De auteur zal door het grote publiek echter vooral herinnerd worden als getalenteerd prozaïst.

Afgezien van zijn scherpzinnige essayistische werk, is hij op de keper genomen nooit werkelijk iets anders geweest. Hoewel de schrijver zich schijnbaar moeiteloos de verschillende literaire registers bespeelde, zie je in al zijn werk de weerschijn van de verteller in hem. De narratieve aard van de gedichten, doet zoiets in elk geval vermoeden. Dat maakt de dichtbundel niet minder bijzonder. Endpoint and Other Poems een waardig afscheid.

Gepubliceerd op 8WEEKLY

donderdag 3 september 2009

Festival Zomeravonden-gedicht: Traag als ze aanstroomt

Traag als ze aanstroomt
lui als haar oevers liggen
wijd als de spanne hoog
de spanne is, op gezette moment
cyaan onder cyaan en tussen
de wolken het kolken en golven of
miljarden transactes van fracties
van lampjes en geflikker van lichtjes
van lantrarens en verder het glimmende
filigraan van de onnoembare sterren
oud en zo ver en zo veel als ze zijn
smal als een haar vanuit de ruimte bezien
vlug als een knipoog in het licht
van de tred van de tijd
traag als het oog dat het aanziet

wild als je opvaart
of als ze tekeer gaat
of rijzend en proestend
of hoestend en fluimend
mild als je meegaat
en als ze tot rust komt
en als ze de spiegel
glad maakt, daarlaat
als glas

daar als je afmeert
daar als je terugkeert
daar als je hier staat
te Wijck aan lij en lief
als ze te loef ligt:

het oude Maastricht



Festival Zomeravonden-gedicht: Maastricht

ik ben een tweelingstad
ik ben van beide wat
misschien werd ik hier geboren
en groeide ik daar op
wie zal het zeggen
tempus fugit

glans wordt dof
steen wordt stof
wie zal het zeggen
tempus fugit



Festival Zomeravonden-gedicht: Mestreechter Geis (ready made)

Maastrichtenaar eigen
volkseigen karaktertrek
gevoel voor humor en betrokkenheid
waarbij betrokkenheid - betrokkenheid

symbool voor de manier van leven
voor de manier van leven
van hoe hij drinkt, van
hoe hij drinkt en leeft en zingt



Festival Zomeravonden-gedicht: Mestreechter Geis en de Wiekeneer

Vlegel op een stenen plein
een grijnslach op je koude kop
streng in de leer, maar voor een boeteling
zacht: een liefje, schatje, doetje, poeleke, liefste
zoete, stoute Mestreechter Geis

Je kijkt om, betrapt
en van geen kwaad wetend?
Waarom , een witz, een klein vergrijp
een hebbeding o lieveling? En op je heup?
Een grap voor een klap, o suuse?

De Wiekeneer, zijn spitse hoofd
gehoed en iets verbeten
laat je achter
zijn rug, zie je zijn rug
nog?

Wat heb je gedaan?
Wat heb je gelaten?
Het is een eerlijke figuur
is hij gekwetst
en op zichzelf verlaten?

Zijn jullie zo anders dan
beide hol en in de tijd een baken?
Hij streng eerder, in de leer
jij voor de biecht geschapen?



Festival Zomeravonden-gedicht: Zegt de man (monoloog)

Zegt de man:
'Wond van het zuiden
etter langs de Maas
puist langs een berg
waarvan de naam naar valken verwijst
adellijke dieren, godsvruchtig gevederte
dat bid - niet geheel van deze tijd
(god die dood is) - maar toch'

Zegt de man:
'Nee zonnegod nee
blinkend schild
waarvan
de kras
de kerf
de houw
de haal
de zachte
kromme
de kroon is'

Zegt de man:
'Samenkliek van inteelt en erger
van taal zonder mond, tong
zonder taal zonder oor
welriekend de geur van
het oude geld en het nieuwe
dat kerken opkoopt
dansend naar een oude meester
naar wiens pijpen we dansen
(die nergens is, de afgeschoven schuld)
stad van één verlichte lantaren
Bonnefanten, parel op een andere kroon
baken inperfect, maar beter dan al het andere
dat kwijt is - '

Zegt de man:
'Je wilt gaan
naar het afvoerputje
de beerput
de horzel op het boerenpaard
de giertank
de gele gifpil
de zwarte adder
onder het roodwitblauwe gras?'

'Nee, nee, grapje, grapje

stad van mijn hart
hart van mijn stad
stad van mijn hart
ik liet er alles wat ik had

ga maar
ga maar schat'

Zegt de man:
'Wijcker Brugstraat, de Lage Barakken
grootgrutters P. de Gruyter: verdwenen
het warenhuis Maussen: verdwenen
mijn Percée -
het slaag dat ik kreeg
de mist die soms
van het water steeg
alles is verdwenen'

Zegt de man:
'Naast de Servaas, koning der kerken
de St. Jan: rood als het rood
van de doorlopen ogen van mijn vader
en Sterre, Sterre der zee:
vaal als zijn huid'

Zegt de man:
'Maar mijn zus Marieke Marieke
en het katte kwaad, het ballen
op straat, het lezen in bed
toen het al veel te laat was
met een zaklamp onder het laken
zoals ik toen
en zoals de tijd die verder gaat'

'Ga maar dan
ga maar'

Zegt de man:
'Ga maar
ga maar dan'



dinsdag 18 augustus 2009

Gedichten festival Zomeravonden

Na twee leuke en succesvolle optredens zit 'ons' festival Zomeravonden erop. Het was geweldig: de reacties waren heel positief en de stemming zat er goed in! Het heerlijke zomerweer en prachtige locatie waar we speelden, de tuin van mevrouw en meneer Moreau, hebben daar zeker aan bijgedragen.

Binnenkort verschijnen hier op schier magische manier de Maastrichtse gedichten die ik met HiernaGekwetter op festival Zomeravonden ten gehore bracht. Daarvoor nog even geduld...

woensdag 12 augustus 2009

Optreden Festival Zomeravonden 15 &16 augustus




Op 15 & 16 augustus treedt HiernaGekwetter op bij Festival Zomeravonden te Maastricht. Op 15 augustus om 20:00 uur; op 16 augustus om 16:00 uur. Ditmaal in de samenstelling van Isabelle van Dooren (piano), Wieke Stravens (gitaar) en ik (poëzie). HiernaGekwetter brengt poëzie op muziek en musicale poëzie op muziek.

Op het festival staan we in de tuin van de hartelijke Familie Moreau, in de kromme van een omzoomde kuil in hun tuin. Het worden intieme optredens, razend interessant voor wie van poëzie houdt en van lichte klassiek.

Sprookjesachtig!

Kom ook!

vrijdag 10 juli 2009

Frans Budé - Bestendig verblijf

EEN JUBILEUMBUNDEL VOL VERGANKELIJKHEID


Het is inmiddels vijfentwintig jaar geleden dat Frans Budé debuteerde. Door de Maximalen werd zijn soort poëzie bij monde van Joost Zwagerman polemisch weggezet als bloedeloos, onuitnodigend en behorend tot de school van Kouwenaar. Wie zich achteloos op dergelijke kritiek verlaat, verliest de mogelijkheid zich te laten meevoeren door Budés gedichten.

Natuurlijk is een verwantschap met de poëzie van Kouwenaar niet te ontkennen. Sterker nog, het verwantschap is opvallend. Ook Budé (1945) hanteert overwegend een van rafelrandjes ontdane, gecomprimeerde taal en net als bij Kouwenaar problematiseert Budé de mogelijkheden van taal, waarvan hij de uiterste mogelijkheden graag opzoekt. Die ingeklonken taal maakt dat je voor Budés gedichten de tijd moet nemen. Ook komen ze het best tot hun recht als je de dichter nu eens niet in de schaduw van de grootmeester plaatst.

Schumann
De bundel bestaat uit eenentachtig gedichten die zijn opgenomen in elf in zichzelf coherente delen of reeksen. Dat is een forse hoeveelheid voor een bundel, die doorgaans uit zo'n veertig gedichten bestaat. Deels hebben de gedichten een vrije vorm. Maar in de reeks 'Hoe alles gebeurt' volgt zeven keer een elf terzetten groot gedicht op een kort vers. Elke reeks heeft zijn eigen onderwerp. 'Schumann' heeft de gelijknamige componist als thema en in 'Niemand ziet' reageert Budé steeds op een ander schilderij.

Hoewel het achterplat Bestendig verblijf een gevarieerde bundel noemt over reizen in ruimte en tijd, blijft Budés poëzie circuleren rondom het thema van de vergankelijkheid, een van de overkoepelende thema's uit zijn werk. Dood, verandering, ontwikkeling en het bijeenkomen van uitersten zijn veelvuldig in zijn gedichten terug te lezen. Zo sterft er een meisje onder een boom, spreekt hij in de reeks gedichten 'Niemand ziet' over fruit in termen van rotting en verderf en bezigt hij regelmatig een aan dood gelieerd taalgebruik. Een krachtig voorbeeld is het onderstaande korte gedicht uit de reeks 'Stilte', het is een In Memoriam voor de beeldhouwer Hans Bartelet.

Er is een maan langsgegleden, dobberend
in zijn baan, er is je haar in de war,
je schaterlach – een kraai ermee vandoor
verre plek die niemand kent

De dood in Budés dictie hierboven, schuilt enerzijds in het agrammaticale karakter en anderzijds in de  fragmentarische vorm ervan. Ze werken een vlotte en gemakkelijke lezing tegen. Je wordt tijdens het lezen telkens opgehouden en tegengewerkt. Zo werkt de dood ook: ze is steeds een einde in de eeuwige cyclus van het leven op aarde.

Gepubliceerd op 8WEEKLY

zondag 24 mei 2009

Michaël Stoker - Fernando Pessoa, De fictie vergezelt mij als mijn schaduw

DE POESJKIN VAN PORTUGAL


Een boude bewering: na zijn dood zit een Auteur van Werkelijk Wereldformaat gebeiteld, zolang hij zich in de identiteit van een grote groep heeft genesteld. Dit geldt in elk geval voor Fernando Pessoa (1888-1935), de Alexander Poesjkin van Portugal. Zijn werk wordt de Portugezen met de paplepel ingegoten. Uit een studie van Michaël Stoker, Fernando Pessoa, De fictie vergezelt mij als mijn schaduw, over deze grootheid en zijn werk blijkt Pessoa's invloed op de Nederlandse literatuur eveneens indrukwekkend te zijn. Pessoa's heruitgegeven Gedichten laat zien waardoor.

De razend interessante publicatie van Stoker viel gelijktijdig met een groots en goed bezocht Pessoa-festival dat te Utrecht door Salon Saffier en 't Poëziecircus werd georganiseerd. Stoker is binnen die laatste vrijwilligersorganisatie een belangrijke spil. De Utrechtse promovendus Portugese letterkunde ziet zijn publicatie als een introductie tot het werk en leven van Pessoa. In die opzet is Stoker zeker geslaagd. In drie breed opgezette hoofdstukken bespreekt hij achtereenvolgens Pessoa en zijn poëzie, zijn proza in het algemeen en de roman Boek der rusteloosheid in het bijzonder. Bovendien heeft Stoker in een postscriptum een volledige heteroniemenlijst van Pessoa opgenomen.

Mystificateur
Een volledige lijst, want na decennia spitten in de 27.543 nagelaten documenten zijn inmiddels 83 heteroniemen vastgesteld. Dat is wel even wat anders dan Arnon Grunberg met zijn Marek van der Jagt – al is niet uit te sluiten dat Grunberg opnieuw werkt aan een heteronieme productie. Een heteroniem is een personage dat door een auteur zelf is gecreëerd én dat schrijft. Pessoa ging volledig op in zijn heteronieme leven. Daardoor is het vrijwel onmogelijk te onderscheiden wie hij nu werkelijk was. 'Ik ben niets, kan niets, volg niets na / Ik draag mijn zijn, illusie, waar ik ga', de opening van een van de gedichten van Pessoa onder zijn eigen naam publiceerde, illustreert dit.

Volgens Stoker heeft die ongrijpbaarheid van de Portugees twee oorzaken. Ten eerste kwamen in het volwassen leven van Pessoa weinig schokkende gebeurtenissen voor. Hij had daarbij maar weinig vriendschappen; nagenoeg alle contacten waren van een literair of zakelijk karakter. De enige bekende liefdesrelatie werd door tussenkomst van Pessoa's heteroniem Alvero de Campos vroegtijdig op zeep geholpen – wat Pessoa's extreme meervoudig literaire fixatie nog eens bevestigt. Ten tweede mocht Pessoa, als het hemzelf betrof, anderen graag een weinig waarachtige werkelijkheid voorspiegelen. Vanwege de beperkte overlevering is de onderzoeker aangewezen op Pessoa's eigen teksten en die zijn vanwege hun literaire of fictionele karakter nu juist weinig betrouwbaar. Het gedicht 'Autopsychografie' bevestigt dit nog maar eens:

De dichter wendt slechts voor.
Hij veinst zo door en door
Dat hij zelfs voorwendt pijn te zijn
Zijn werkelijk gevoelde pijn.

En zij die lezen wat hij schreef,
Voelen in de gelezen pijn
Niet de twee die hij geleden heeft,
Maar een die de hunne niet kan zijn.

En zo rijdt op zijn rails in 't rond,
Tot vermaak van onze rede,
Die opwindtrein, in de dichtermond
Ook wel 'het hart' geheten.

Inspirator
'Autopsychografie' staat in Gedichten (vert. August Willemsen), een dit jaar heruitgegeven, enkeltalige bloemlezing van Pessoa's poëzie uit de Pessoa-bibliotheek van Uitgeverij De Arbeiderspers. Erin zijn zowel heteronieme als orthonieme gedichten opgenomen (gedichten die Pessoa onder zijn eigen naam publiceerde). De bloemlezing biedt een mooie dwarsdoorsnede van de intrigerende poëzie van Pessoa en is voorzien van een informatief nawoord van de vertaler. Hoewel Pessoa al eerder in Nederland werd geïntroduceerd – in 1959 door de Amsterdamse professor Marcus de Jong bij de aanvaarding van zijn lectoraat – is Pessoa's invloed op onze literatuur niet meer weg te denken sinds de eerste druk van deze bloemlezing in 1978.

Een indrukwekkende stroom namen van Nederlandse, geïnspireerde auteurs (en andere kunstenaars) laat Stoker in zijn studie de revue passeren. Cees Nooteboom, Patricia de Martelaere, Tessa de Loo, Adriaan van Dis, Allard Schröder en het eerder genoemde heteroniem Marek van der Jagt maken deel uit van de greep romanschrijvers die Stoker noemt. De dichters Tomas Lieske, Hagar Peeters, Toon Tellegen, Mark Boog, Luuk Gruwez, Ingmar Heytze, Arjen Duinker en Gerrit Komrij kregen van Pessoa een slag mee.

Werkelijk Wereldformaat
De opsomming van namen illustreert het belang van Pessoa, die op dezelfde hoogte staat als Mallarmé, Apolinaire en Proust. Wie zijn oeuvre heeft gelezen, zal hem keer op keer tegenkomen in de werken van anderen. Dat noopt een tweede boude bewering: de literaire productie van een Auteur van Werkelijk Wereldformaat staat in schril contrast met het vrijwel onuitputtelijke oeuvre van zijn navolgers. Stoker toont enthousiasmerend de complexiteit van die bewering aan als het Pessoa's heteronieme leven aangaat, maar staaft hem evengoed. Lezen!

Gepubliceerd op 8WEEKLY