woensdag 9 juni 2010

Niels Bokhove - Awaters spoor, Literaire omzwervingen door het Utrecht van Martinus Nijhoff

UTRECHT IN AWATER, OP HET SPOOR VAN NIJHOFF

Tijdens de acht jaar dat Martinus Nijhoff (1894-1953) in Utrecht woonde, ontstond misschien wel zijn belangrijkste werk. Zowel Nieuwe gedichten(1934) als Het uur U (1936) zagen tussen 1934-1941 het licht. Niels Bokhove schreef met Awaters spoor, Literaire omzwervingen door het Utrecht van Martinus Nijhoff een boeiende vervlechting van de ontstaansgeschiedenis van Awater en Nijhoffs leven in de vorm van een wandelgids.

Aan de hand van een uiteenzetting van de twee hoofdpersonen van Awaters spoorschetst de filosofie- en literatuurhistoricus Bokhove de context waarbinnen 'Awater' (uit Nieuwe gedichten 1934tot stand kwam. Naast Nijhoff is dat zijn vriendin, de classica Josine van Dam van Isselt, die ook buiten de liefde veel voor Nijhoff betekende. Daarop volgen twee wandelingen, vormgegeven aan de hand van 'Awater' en de verblijfplaatsen van Nijhoff en zijn vriendin. Op deze literaire omzwervingen volgt een essay over de totstandkoming van 'Awater'.
Café Laponder
Café Laponder


Romance
De nog altijd veelgelezen Nijhoff debuteerde 1916 met De wandelaar. Toen hij na de dood van zijn broer zijn leven een andere wending gaf en voor een (tweede) studie Nederlands in 1934 naar Utrecht kwam, had de dichter inmiddels al acht publicaties op zijn naam staan. Naast het indrukwekkende Vormen (1924), vallen daaronder onder meer een theaterbewerking van De vliegende Hollander (1930), de essaybundelGedachten op dinsdag (1930) en enkele vertalingen.

Via Josine van Dam van Isselt ontmoet Nijhoff de schilder Pyke Koch, de schrijvers Jan Engelman en Cola Debrot en de musicus Hans Philips. Ook treft hij met enige regelmaat H.J. Marsman en Simon Vestdijk. Ook komen verschillende gedichten komen dankzij (of ondanks) haar tot stand, zoals het gedicht 'Impasse', en ze heeft invloed op zijn (geroemde) vertaalwerk.

Wandelaar
Nijhoff had in de loop van de acht jaar dat hij in de Domstad woonde wel zes verschillende adressen – overigens, zoals wel meer kunstenaars in die tijd, wier wonen vaak een vorm van logeren was. De wandelingen die in Awaters spoorstaan voeren dan ook mede langs Nijhoffs vele onderkomens. Herenstraat 27 was zo'n adres, daar woonde Josine, een andere stek is Oude Gracht 341, door Bokhove omschreven als een creatieve broedplaats. Hier woonde Nijhoff in het huis van Koch, waar later ook Philips en Engelman kwamen wonen
Heck's
Heck's


De lezer van Awaters spoor wordt naast langs Nijhoffs woningen ook langs tien verschillende locaties uit 'Awater' gevoerd.Bokhove heeft van vijf locaties met zekerheid kunnen vaststellen dat ze voorkomen in dit gedicht. De vijf andere maakt Bokhove aannemelijk. Het opgenomen beeldmateriaal maakt Awaters spoor des te interessanter. Zo krijgen we een beeld van hoe Heck's (de populaire stek met amusementsorkesten waar Awater op het podium staat) en het in 'Awater' genoemde café Laponder er in Nijhoffs tijd eruit zagen.

Awaters ontstaanswijze
Awaters spoor 
doorlezend, kom je en passant kom je veel over Nijhoff, zijn literaire bronnen (zoals Ulysses, Genesis, het Chanson de Roland en Rimbeau's 'Voyelles') en zijn werkwijze te weten. Bijvoorbeeld dat hij zijn vrienden voortdurend vroeg om onderwerpen om over te dichten en zich 'maar een secretaris' noemde. Debrot memoriseert bijvoorbeeld dat Nijhoff hem vroeg om een schier oneindige reeks woorden met een bepaalde klinker(combinatie) waarmee de dichter later Awater laat rijmen.

Ondanks de lichtvoetige opzet als wandelgids en het geringe formaat van Awaters spoor biedt een erg interessante inkijk in een deel van Nijhoffs biografie en de ontstaanswijze van 'Awater' dat zich afspeelt tegen een achtergrond van het ten einde lopende interbellum in Utrecht.

zaterdag 5 juni 2010

11 juni Srebrenica: Spelers en Toeschouwers

In juni is het vijftien jaar geleden dat de VN-enclave in Srebrenica is gevallen. SLAU presenteert om die reden samen met IKV Pax Christi op vrijdag 11 juni het programmaSrebrenica: spelers en toeschouwers. Merijn Schipper interviewt schrijfster Manon Uphoffover haar roman De Spelers, muziek van Ralph Rousseau Meulenbroeks (viola da gamba) en poëzie-optredens van o.a. Marein Baas, Lucas Hirsch, Jolies Heij en Danny Danker.

Na de val van de VN-enclave Srebrenica kwamen ruim achtduizend mensen om door radicale nationalistische Servische en Bosnisch-Servische agressie. Velen van hen zijn nog altijd niet teruggevonden. Voor Nederland leek dit pijnlijke hoofdstuk met het rapport Srebrenica en het aftreden van de regering Kok afgesloten. Voor velen, zowel in Bosnië als in Nederland grijpt de ramp echter nog altijd diep in op het dagelijkse leven. Dit jaar alleen al worden nog circa achthonderd recent geïdentificeerde lichamen begraven.

De spelers: Manon Uphoff
Schrijfster Manon Uphoff spreekt op 11 juni over haar roman De Spelers waarin ze een jonge vrouw beschrijft die met haar uit Joegoslavië gevluchte geliefde J. meegaat naar Sarajevo. Aanvankelijk denkt ze toeschouwer te kunnen blijven in een decor van vernieling. Ze volgt de wanhopige pogingen van haar partner om de boel weer in het gareel te krijgen, maar al snel maakt de verwarde familie van J. deel uit van haar eigen leven.

Bezoekers van deze avond ontvangen - zolang de voorraad strekt - een bundel met gedichten van zowel Bosnische als Nederlandse dichters met speciaal voor deze avond geschreven gedichten.

Vr 11 juni 2010 Srebrenica: spelers en toeschouwers
Met schrijfster Manon Uphoff, muziek van Ralph Rousseau Meulenbroeks (viola da gamba) en poëzie van o.a. Marein Baas, Lucas Hirsch, Jolies Heij en Danny Danker.
20:00 - 22:00 uur RASA, Pauwstraat 13a, 3512 TG Utrecht www.slau.nl www.rasa.nl gratis toegang