ZIJN EN NIET
Zodra iets bestaat, is automatisch sprake van de ontkenning ervan. Bijvoorbeeld: als er leven is, is er dood. Of: voor ons ligt de dichtbundel Het hebben van schaduw van Hester Knibbe en al het andere in de wereld is de bundel niet.
Een van de dingen die deze bundel niet is en er toch zeer direct naar verwijst is de schaduw die de bundel als object afwerpt. Deze schaduw is zowel de negatie van Het hebben van schaduw als de bevestiging ervan. Wie echter alleen een schaduw ziet, kan maar weinig zeggen van hetgeen de schaduw afwerpt. Genoeg gefilosofeerd, laten we nader op het werk ingaan.
Wij zijn
Net als bij Bedriegelijke dagen (2008) begint Het hebben van schaduw met een openingsgedicht dat als vlaggenschip kan worden geduid.
Een van de dingen die deze bundel niet is en er toch zeer direct naar verwijst is de schaduw die de bundel als object afwerpt. Deze schaduw is zowel de negatie van Het hebben van schaduw als de bevestiging ervan. Wie echter alleen een schaduw ziet, kan maar weinig zeggen van hetgeen de schaduw afwerpt. Genoeg gefilosofeerd, laten we nader op het werk ingaan.
Wij zijn
Net als bij Bedriegelijke dagen (2008) begint Het hebben van schaduw met een openingsgedicht dat als vlaggenschip kan worden geduid.
Act
Wij zijn
van steen in dit bedrijf en vieren
feest en dansen om een stenen tafel met daarin
gefreesd dat wij bestaan
bij gratie van. Dus til dat
zware been, wees lenig als een rots
een berg die zich verkleedt, massief bevallig
zonder leest. Wij zijn
van geest, een wolk die van de berg
de toppen leest en danst en in de hoogste bomen
lanterfant: een sluier, flarden vluchtig
lijf. Wij zijn
voor alles nog het meest
veranderlijk als vlees met harde kern dat hier
verblijft op drift naar een woestijn
geruis. Wij zijn
Wij zijn
van steen in dit bedrijf en vieren
feest en dansen om een stenen tafel met daarin
gefreesd dat wij bestaan
bij gratie van. Dus til dat
zware been, wees lenig als een rots
een berg die zich verkleedt, massief bevallig
zonder leest. Wij zijn
van geest, een wolk die van de berg
de toppen leest en danst en in de hoogste bomen
lanterfant: een sluier, flarden vluchtig
lijf. Wij zijn
voor alles nog het meest
veranderlijk als vlees met harde kern dat hier
verblijft op drift naar een woestijn
geruis. Wij zijn
Zo, mens, Knibbe wijst je op je vergankelijkheid. Ze lijkt te schrijven dat we door tijd en ruimte warrelen, maar wee je gebeente: 'Wij zijn// voor alles nog het meest/ veranderlijk als vlees'. Bovendien is de harde kern die daarin verblijft – de ziel? – 'op drift naar een woestijn// geruis': het ledige, het eindeloze, het levenloze, de dood. Het wit dat als een schaduw op 'Wij zijn' volgt lijkt dit te onderstrepen: we zijn en daarna we zijn niet. Die schaduw heeft alleen betekenis door hetgeen de schaduw werpt.
Schaduw
Wat betreft de filosofische ondertoon, volgt Het hebben van schaduw zijn vlaggenschip nauwgezet. In de delen 'Het hebben van tijd' en 'Het hebben van ruimte' staan dichterlijke observaties van en herinneringen aan veelal terloopse gebeurtenissen met en passant pakkende beelden. Bijvoorbeeld in 'De berg halverwege': 'En daar liepen we/ in de barcode van het licht naar een wervelend uitzicht'. Of, in 'Waterstaat', over een zwaan op een weinig sierlijk moment: met een 'soort blauwalgkolder in z'n kop, duikt à la fuut, jaagt/ onderwaterspoken na, blaast dan weer naar wat niemand ziet, slaat met zijn wieken tegen// lucht'.
Het laatste deel 'Het hebben van schaduw' bevat twee 'in memoria' en een reeks gedichten over de zonen en dochters van Nippon (Japan), dat sinds de tsunami onherroepelijk veranderd is. Japan, zoals we het kenden, bestaat niet meer. Vergankelijkheid; we zien alleen nog schaduwen.
Taalgebruik
Door het verhalende gehalte van haar gedichten, zou je het gevoel kunnen bekruipen dat je te maken hebt met een goed gecamoufleerde prozaïst. Maar de vorm van de gedichten is goed overwogen en haar taalgebruik is vrij alledaags, al staat er af en toe een bijzonder woord tussen, zoals de blauwalgkolder van de zwaan in 'Waterstaat'. Het alledaagse zit bovendien de klankrijkheid ervan niet in de weg.
Evengoed zijn sleetse woorden deel van haar taalgebruik, zoals ook in een van de bovenstaande citaten te zien is ('wervelend uitzicht'). Dat is jammer, bijvoorbeeld in een gedicht waarin een nachthemd in de wind te drogen hangt. Het danst de 'tango', 'swingt' en het woord 'passie' wordt gebruikt. Die dikke romantiek, dat jeugdsentiment en die lege huls halen de kracht uit het vers. Gelukkig overheersen dit soort woorden niet, en zo staat er weinig in de weg om de gedichten tot je te nemen.
Leef, maar gedenk te sterven
Boekrecensies kun je zien als de schaduwen van boeken. Ze bestaan bij de gratie van die boeken en verwijzen ernaar. Maar je moet Knibbes bundel ter hand nemen om te weten of de afsluitende conclusie ook voor jou geldt: Het hebben van schaduw is een toegankelijke bundel over veelal terloopse gebeurtenissen. Een existentiële bodem ontbeert de bundel van Hester Knibbe niet: mens, leef(!), maar gedenk te sterven.
Schaduw
Wat betreft de filosofische ondertoon, volgt Het hebben van schaduw zijn vlaggenschip nauwgezet. In de delen 'Het hebben van tijd' en 'Het hebben van ruimte' staan dichterlijke observaties van en herinneringen aan veelal terloopse gebeurtenissen met en passant pakkende beelden. Bijvoorbeeld in 'De berg halverwege': 'En daar liepen we/ in de barcode van het licht naar een wervelend uitzicht'. Of, in 'Waterstaat', over een zwaan op een weinig sierlijk moment: met een 'soort blauwalgkolder in z'n kop, duikt à la fuut, jaagt/ onderwaterspoken na, blaast dan weer naar wat niemand ziet, slaat met zijn wieken tegen// lucht'.
Het laatste deel 'Het hebben van schaduw' bevat twee 'in memoria' en een reeks gedichten over de zonen en dochters van Nippon (Japan), dat sinds de tsunami onherroepelijk veranderd is. Japan, zoals we het kenden, bestaat niet meer. Vergankelijkheid; we zien alleen nog schaduwen.
Taalgebruik
Door het verhalende gehalte van haar gedichten, zou je het gevoel kunnen bekruipen dat je te maken hebt met een goed gecamoufleerde prozaïst. Maar de vorm van de gedichten is goed overwogen en haar taalgebruik is vrij alledaags, al staat er af en toe een bijzonder woord tussen, zoals de blauwalgkolder van de zwaan in 'Waterstaat'. Het alledaagse zit bovendien de klankrijkheid ervan niet in de weg.
Evengoed zijn sleetse woorden deel van haar taalgebruik, zoals ook in een van de bovenstaande citaten te zien is ('wervelend uitzicht'). Dat is jammer, bijvoorbeeld in een gedicht waarin een nachthemd in de wind te drogen hangt. Het danst de 'tango', 'swingt' en het woord 'passie' wordt gebruikt. Die dikke romantiek, dat jeugdsentiment en die lege huls halen de kracht uit het vers. Gelukkig overheersen dit soort woorden niet, en zo staat er weinig in de weg om de gedichten tot je te nemen.
Leef, maar gedenk te sterven
Boekrecensies kun je zien als de schaduwen van boeken. Ze bestaan bij de gratie van die boeken en verwijzen ernaar. Maar je moet Knibbes bundel ter hand nemen om te weten of de afsluitende conclusie ook voor jou geldt: Het hebben van schaduw is een toegankelijke bundel over veelal terloopse gebeurtenissen. Een existentiële bodem ontbeert de bundel van Hester Knibbe niet: mens, leef(!), maar gedenk te sterven.
Gepubliceerd op 8WEEKLY
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.